Ingrediënten : 1 konijn, enkele takjes salie, tijm, rozemarijn, enkele blaadjes laurier, enkele kruidnagels, 1 ajuin, 1 teentje look, klontje boter, 175 gr rozijnen, 1 slp Luikse siroop, 1 flesje Fort bier, 1 slp witte wijnazijn, zout, zwarte peper, snuifje kaneel, 4 dl groentenbouillon, zeste van ½ sinaasappel, 100 gf gerookt spek,
1. Snij het konijn in stukken of vraag dit aan de beenhouwer.
2. Week de rozijnen in 2 dl bouillon.
3. Pel de ajuin en de look en snipper fijn.
4. Maak een kruidentuiltje van de salie, tijm, rozemarijn en laurier.
5. Prik de kruidnagel in de zeste en bind de zestes van de sinaasappel samen met keukentouw.
6. Kruid de stukken konijn met zout en zwarte peper.
7. Smelt de boter in een cocotte en bak alle stukken konijn aan alle kanten bruin.
9. Haal de stukken uit de pot en doe nog een klein stukje boter in de pot met de ajuin, het spek en de look. Laat dit even kleuren, blus met de azijn en bouillon. Wanneer het kookpunt bereikt is leg de stukken konijn terug in de pot.
10. Doe er het kruidentuiltje, de zeste, de Luikse siroop, snuifje kaneel en het bier bij. Breng aan de kook en plaats dit met deksel 25 minuten in de oven.
11. Doe er nu de rozijnen met de overblijvende bouillon bij en plaats nogmaals 25 à 35 minuten in de oven zonder deksel.
12. Haal uit de oven. Verwijder de zeste en het kruidentuiltje. Indien gewenst kan men de saus wat indikken met beurre manié.
Lekker met gekookte aardappelen en appelmoes.