Ingrediënten voor 12 taartjes : kruimeldeeg : 400 gr zelfrijzende bloem, 5 gr bakpoeder, snuifje zout, 150 gr suiker, 225 gr harde boter,
1 ei.
Voor de citroencreme : 1,5 dl citroensap, 0,5 dl water, 25 gr vanillepoeder, 2 dooiers, 2,5 dl room, 1 blaadje gelatine van 3 gr, 50 gr suiker en 175 gr voor bij het citroensap, 2 takjes citroentijm, 1 klp gehakte basilicum.
Voor de garnering : aardbeien, enkele blaadjes basilicum.
De boter in hele kleine blokjes snijden en bij de bloem voegen alsook de suiker en het snuifje zout.
Het ei breken in een kom en loskloppen. Het losgeklopt ei bij de bloem doen en nu met de menghaak of K-haak kneden tot een soepel deeg. Het deeg uitstorten op het werkvlak en nog eventjes met de handen kneden. Het deeg uitrollen. De vormpjes invetten en bekleden met het deeg. In de oven plaatsen gedurende 15 minuten.
3. De gelatine weken.
4. De dooiers opkloppen met de 50 gr suiker tot de massa heel licht van kleur wordt. De vanille poeder bijvoegen en nogmaals goed kloppen zodat het vanillepoeder goed vermengd is. Beetje bij beetje het citroensap bijvoegen alsook de basilicum.
5. De room opkloppen tot yoghurt dikte.
6. Een beetje van de citroencrème terug verwarmen en de uitgeknepen gelatine bijvoegen en oplossen. Dit nu bij de citroencreme doen.
7. De opgeklopte room bij de afgekoelde citroencreme spatelen.
8. De afgekoelde taartjes opvullen met de citroen crème en in de frigo 2 à 3 uur laten opstijven. Garneren met de aardbeien en wat kleine basilicumblaadjes.
De hoeveelheid kruimeldeeg is voor 2 grote taarten. Men kan het teveel gerust invriezen voor een volgende keer.
Indien de citroencreme naar jullie smaak te zuur is, kan men altijd wat meer suiker bij het citroensap doen of minder citroensap en meer water gebruiken.